Dolly Bellefleur, die al 26 jaar het Amsterdamse uitgaansleven kleurt, gaat voor het eerst als zichzelf, Ruud Douma, het podium op.
Tot nu toe verschool Douma zich altijd achter de verfijnde travestie van Bellefleur, maar vrienden in zijn omgeving spoorden hem aan het eens als zichzelf te proberen. „Dat hield ik altijd af”, zegt hij. „Maar mijn intuïtie zegt dat de tijd er nu rijp voor is.”
Dolly is mijn warme bad geworden
Hij is druk aan het repeteren. „Als je al 26 jaar een andere persoonlijkheid speelt, is dat je warme bad geworden. Om als mezelf op te treden voelt als een sprong in het diepe, ondanks de vele ervaring die ik als Dolly heb opgedaan. Eerder heb ik niet meer dan één of twee liedjes als Ruud Douma in de openbaarheid gezongen. Het is knap lastig om me niet te vergissen. Tijdens de repetities merk ik al dat ik soms een Dolly-beweging maak. Ik vrees dan ook dat ik tijdens de optredens ineens in Dolly schiet, zeker als ik moet improviseren, want dat kan mijn andere ik als geen ander.”
Dolly wordt op handen gedragen. Zeker in Amsterdam. „Mensen houden echt van haar. Het is gek om dat van jezelf te zeggen. Maar het is echt zo. Ik merk het bijvoorbeeld in mijn mailbox als ik weer eens een briefje krijg van iemand die ik heb geholpen met worstelingen in het leven, zoals een coming-out. Het is mooi, al is het maar voor een klein beetje, dat je voor iemand het verschil kan maken.”
Klein theatertje in de Jordaan
Eind deze maand staat Douma drie avonden lang in het Pianola Museum, een klein theater op de Westerstraat in Amsterdam. „Ik was op zoek naar een klein en intiem theatertje. Want als Dolly krijg ik Carré misschien wel vol, maar als Ruud moet ik maar niet in zo’n grote zaal beginnen. Bovendien doet het denken aan de beginjaren van Dolly, toen stond ik ook in kleine, tot de nok gevulde zaaltjes.”
In het museum zal Douma vooral liedjes zingen die een bepalende rol in zijn leven hebben gespeeld. „Het zijn met name veel liedjes die ik in de jaren zeventig, als kind, grijsgedraaid heb. Van de Cornelis Vreeswijk-klassieker ‘De Nozem En De Non’ tot Robert Long. Als je al die teksten ontleedt, valt het op hoe actueel ze zijn. Zo ga ik het lied ‘Zo Tolerant’ vertolken uit het repertoire van Jasperina de Jong, mijn jeugdheldin. Dat gaat eigenlijk over de hele vluchtelingenkwestie. Veel ballades verder. Ik was als kind geen vrolijke Frans.”
Vicky Leandros aan de muur
Het wordt meer kleinkunst dan Dolly, zoveel is duidelijk. Maar ook de tijden van Grease en Vicky Leandros zullen herleven. „Mijn hele slaapkamerwand was volgeplakt met foto’s van Olivia Newton-John. Daarnaast hing het album van Vicky, dat je als poster kon openklappen. Aan muziek besteedde ik al mijn zakgeld. De liedjes die ik ga zingen, zijn allemaal van anderen. Ook dat is een verschil met Dolly. Zij schrijft altijd haar eigen liedteksten.”
meer informatie: Pianola Museum
bron: Telegraaf, Richard van de Crommert. Foto: Cris Toala Olivares